Segou Djenné Segou en terug naar Bamako - Reisverslag uit Djenné, Mali van Dick Meer - WaarBenJij.nu Segou Djenné Segou en terug naar Bamako - Reisverslag uit Djenné, Mali van Dick Meer - WaarBenJij.nu

Segou Djenné Segou en terug naar Bamako

Door: Dick

Blijf op de hoogte en volg Dick

29 Januari 2014 | Mali, Djenné

24 januari
Wat een nacht. Opgevreten door de muggen met het lawaai en de stank van het centrum van Bamako op de achtergrond in een enorme hitte, doe ik werkelijk geen oog dicht. Ik lig op een plank met een heel dun matrasje in een cel van de katholieke missie. Wat een ramp nacht. Ruud daarentegen slaapt voor de eerste keer deze vakantie als een roos. Rond 6 uur hou ik het voor gezien. We staan op en gaan met een taxi naar het busstation. Ruud had van te voren niets er over verteld en dat is maar goed ook. Wat een drukte daar. Onze taxi wordt besprongen door 4 jongemannen die stukjes mee liften en hangen aan de wielkasten en de dakgoot. Heel imponerend. We worden er uit gezet bij een plek waar vele mensen wachten op de bus richting Mopti. Ruud gaat kaartjes kopen en ik zit op één van de stalen banken om te wachten op de goede bus. Het krioelt er van de wachtende mensen en verkopers van allerhande waren. Tandpasta, luchtjes, sealen van je telefoon tegen het stof, juwelen, kleding, kinderspeelgoed, water, cake en allerlei andere spullen worden getracht te verkopen. Over je heen, langs je heen en als je niet uitkijkt zelfs door je heen. Een gekkenhuis. Als Ruud terug is met de kaartjes ziet hij een klein stalletje waar we ontbijt kunnen halen. Er worden twee omeletten besteld en twee koffie met melk. Als we dan uiteindelijk het stokbrood met de omelet krijgen, wat overigens heerlijk smaakt, realiseren we ons dat dit het eerste fatsoenlijke ontbijt is sinds het begin van ons Afrikaans avontuur. En dan begint het lange wachten. Om half negen moet onze bus vertrekken maar ondanks onze vragen worden we iedere keer weer naar de wachtruimte verwezen. De bussen die wel klaar staan laten hun motoren vast warm draaien en staan met de achterkant twee meter van de wachtruimte. Regelmatig waait er dan ook een flinke walm uitlaatgassen over onze hoofden heen maar wij zijn de enige die zich daar druk om maken. Tegen tien uur is eindelijk onze bus er. Het blijkt een oud en gammel apparaat maar we kunnen instappen. Onze rugzak verdwijnt richting het dak en we worden als eerste omgeroepen om plaats te nemen in de bus. We zitten goed vooraan met een behoorlijke beenruimte dus dat valt mee. De bus zelf is van binnen net zo gammel als dat ie er van buiten uit ziet. Smerige en rafelige gordijnen, zittingen zijn doorgezakt en zitten los, in Nederland zou deze bus direct worden afgekeurd voor personenvervoer. Als eindelijk iedereen zit wordt het middenpad opgevuld met oude jerrycans en daarop nemen nog meer mensen plaats. Ik ben zo blij dat wij een gewone stoel hebben. Je zal maar 400 kilometer moeten volhouden met je kont op een jerrycan. Als we weg rijden krijgen we meteen het gevoel dat het niet goed zit met deze bus. Dat wordt al snel bevestigd want buiten de stad haalt de bus nog geen 50 km/u. En we moeten in totaal tot Djenné ongeveer 400 kilometer reizen. Na drie uur stopt de bus bij een rustplaats en er ontstaat ruzie tussen de verkopers om als eerste hun waren aan de buspassagiers te kunnen laten zien. Wat een chaos. Als de drukte een beetje is geluwd kunnen we even naar buiten om onze benen te strekken. Al gauw klinkt de toeter en moeten we weer instappen. De rit is echter van korte duur want 10 minuten later staan we aan de kant met pech. Iedereen weer de bus uit en de mecanicien gaat aan de slag. De buschauffeur heeft twee hulpjes tot zijn beschikking. Eén loopjongen die rent naar controleposten en regelt de bagage en een mecanicien die er voor zorgt dat de bus blijft rijden en hem zo snel mogelijk weer repareert als het fout gaat. Binnen 30 minuten is er een v-snaar vervangen en een veerbol van het linker achterwiel. Ik ben onder de indruk. Echter aan de snelheid van de bus kan hij niets veranderen en met een slakkengang gaan we weer verder. Segou ligt op 240 kilometer van Bamako en in de loop van de middag realiseren wij ons dat Djenné met deze bus voor ons onhaalbaar wordt. Er wordt nog een pauze gehouden en we kopen nog wat water en bananen. Terwijl wij een banaantje eten kijken drie paar kinderogen ons aan. We hebben een tros gekocht en ik neem er drie van af en geef ieder kind een banaan. Dat levert blije gezichten op. Als we direct daarna weggaan zwaaien we naar de kinderen en één van hen wil in zijn enthousiasme terugzwaaien en laat zijn banaan vallen in het zand. Beteuterd kijkt hij er naar. Ik raap nog gauw de banaan op, spoel hem af met water en geef hem weer aan het jongetje. Met super blije gezichten wordt er nu driftig gezwaaid. Tegen 18 uur rijden we Segou binnen en we besluiten hier uit te stappen en een hotel te zoeken. Plannen zijn er om af en toe te wijzigen. We nemen een taxi naar het centrum en vinden een prachtig hotel aan de oever van de Niger. Het hotel heeft ook nog een kamer binnen ons budget en een zwembad. Gauw doen we onze zwembroek aan en liggen in no time in het water. Wat een genot na zo’n stoffige warme dag in een bus. Het restaurant van het hotel serveert die avond een prima stukje vlees en we sluiten de avond af met een biertje. Morgen op zoek naar een nieuwe bus richting Djenné maar in dit hotel komen we maandag terug om onze laatste avonden in Mali door te brengen.

25 januari
Na een geweldig ontbijt op een terras buiten aan de oever van de Niger is het tijd om uit te checken. Daar wacht ons een nare verrassing. De afgesproken prijs van 23000 CFA geldt niet meer en we moeten ineens 30000 CFA betalen. Het verschil is 7000 CFA ( 12,60 euro) maar hier is dat een enorm bedrag en we weten dat we worden bedonderd. Het geeft helaas een nare bijsmaak aan een verder prachtig hotel. In tegenstelling tot ons eerdere idee om hier terug te komen weten we nu al dat we op zoek gaan naar een ander hotel als we weer terug komen in Segou over een paar dagen. Met een taxi gaan we naar het busstation en daar horen we dat we toch tot 13 uur moeten wachten op de bus richting Djenné. Dat is een domper want dat betekent dat we pas laat in de avond in Djenné aan zullen komen. Uiteraard melden ook op dit busstation zich diverse mannetjes bij ons die het voor ons wel even willen regelen. Uiteindelijk is er eentje waar Ruud tegen vertelt wat we van plan zijn en de man gaat weg. Na een klein half uurtje wachten moeten we plotseling komen en hij heeft een lift geregeld bij een man die naar Bandiagara moet en ons wil afzetten op het kruispunt bij Djenné. De kosten slechts 15000 CFA en dat is maar 5000 meer als de bus. De rugzak wordt achterin de pick-up gelegd en wij stappen in. Er zijn nog twee andere passagiers dus ik zit middenin op de achterbank en Ruud voorin. Al vlot gaat het de stad uit en met vliegende vaart gaan we op weg. De man heeft haast dus snelheden van 120 a 130 km/u zijn er met regelmaat. Dat schiet lekker op. Desondanks duurt de rit toch nog 4 ½ uur. Een lange zit als je ingeklemd zit tussen twee anderen en je benen niet lekker kwijt kan. Ook Ruud heeft niet al te veel beenruimte want hij heeft daar twee kleine rugzakken en een laptoptas van de bestuurder liggen. Om 15 uur komen we aan bij het kruispunt en we nemen afscheid van onze chauffeur. Die wil uiteindelijk maar 10000 CFA hebben dus dat is ook weer mooi meegenomen. Op het kruispunt staan twee zeer aftandse auto’s (Peugeot) die minmaal 40 tot 50 jaar oud zijn. Dat zijn dus de taxi’s naar Djenné. Na wat onderhandelingen zijn we 20 minuten later onderweg. Wat moeten wij lachen om deze enorme rammelbak. Niets zit er vast, niets werkt meer behalve de motor en zelfs die heeft af en toe hulp nodig van de chauffeur. Als op het pontje de motor niet meer wil starten duikt hij onder de motorkap, zuigt aan een benzineslangetje en spuwt dat rechtstreeks in de carburateur. Dat helpt want de motor slaat aan bij de eerste poging. In Djenné staan op de markt al diverse mannen klaar om ons van dienst te zijn. Hoewel iedereen alleraardigst is en behulpzaam blijkt er altijd wel weer een dienst te zijn die geld kost. We kiezen er eentje uit die ons langs twee hotels voert. Het tweede hotel voelt goed en de prijs is ook oké, dus we nemen allebei een kamer en spreken met ons mannetje af om later die avond de rest van de afspraken door te nemen. Hij is dan intussen onze gids geworden. Ook reserveert hij alvast het eten bij Chez Baba. De crisis heeft hier zo ernstig toegeslagen dat je een halve dag van te voren moet reserveren en je keuze voor het diner moet maken, zodat het restaurant inkopen kan doen. We bestellen kip met couscous en een biertje voor 19 uur. Dan even douchen en omkleden en rustig genieten van uitzicht over deze mooie stad vanaf het dakterras. Als het bijna avond is lopen we op ons gemakje het stadje door. Op een gegeven moment lopen we de zoon van de imam tegen het lijf die ons bij uitzondering, maar wel tegen een kleine vergoeding, morgen de beroemde moskee van binnen wil laten zien. Daar willen we zeker gebruik van maken want normaal gesproken mogen niet-moslims hier niet naar binnen. Ook biedt hij ons een kop Afrikaanse thee aan. Dit aanbod nemen we aan en al kletsend valt langzaam de schemering in. Diverse mannen en kinderen komen even langs voor een praatje en verwelkomen ons in Mali. Alle contacten tot zo ver zijn uiterst vriendelijk en hartelijk. Ook wordt ons langzaam duidelijk hoe hard de crisis hier heeft toegeslagen. Samen met één andere toerist, een Duitser, zij wij de enige toeristen. En toeristen zijn een heel belangrijke bron van inkomsten voor deze regio. Na diverse kopjes thee en de belofte om morgen weer af te spreken gaan we naar ons restaurant. Bij Chez Baba was Ruud al een aantal jaar geleden geweest maar nu schrok hij van de vervallen toestand ie hij aantreft vandaag de dag. Baba zelf komt een praatje maken en verdwijnt daarna in de keuken om voor ons te gaan koken. Wij zitten in het restaurant waar geen dak meer op zit en waar nog maar twee tafels staan. Elektriciteit is er ook niet meer want Baba is afgesloten wegens betalingsachterstanden. Bij het licht van een zaklamp krijgen wij ons eten en ons bier. Het smaakt voortreffelijk en het heeft eigenlijk ook wel wat om onder een grote sterrenhemel het diner te nuttigen. Na het eten worden we door onze gids terug gebracht naar ons hotel en daar gaan we nog even op het dakterras nagenieten. Morgen krijgen we een wandeltour, een verboden bezoek aan de moskee en een fietstocht door de omgeving. Ik ben benieuwd.

26 januari
Lekker rustig als je als enige gast in een hotel je ontbijt op de binnenplaats geserveerd krijgt. Al vrij snel na het ontbijt meldt Douro, ons mannetje, zich en neemt ons mee voor een rondwandeling. Ook hij blijkt te hebben geregeld dat we de moskee van binnen kunnen bekijken en na het uittrekken van onze schoenen wandelen we rustig en onder de indruk door de enorme lemen moskee. Binnen zijn allemaal pilaren en overal liggen bid matjes. Centraal in het midden is een nis waar de imam zijn gebeden doet. We mogen vrijelijk fotograferen en rondlopen alleen we mogen ons niet vertonen in de deuropening aangezien dan moslims kunnen zien dat wij als niet moslim daar aanwezig zijn en die zouden er aanstoot aan kunnen nemen. Na de moskee is het tijd voor de fietstocht. We krijgen een fiets in onze handen gedrukt en zoals alle mechanica en apparaten hier is er niets aan de fiets wat nog werkt. Na 5 meter geven we aan dat dit niet gaat werken, zeker geen 15 kilometer. De gids regelt snel een wagen met een paard er voor en al snel zijn we onderweg naar de omliggende dorpen van Djenné. Er zijn drie dorpen die direct gekoppeld zijn aan Djenné. Een dorp met de Peul, de herders van geiten, schapen en koeien, een dorp met landarbeiders/boeren en een dorp met vissers. Het eerste dorp wat we bezoeken is het herdersdorp. Mooie lemen hutjes en ook daar een mooie moskee in dezelfde stijl als in Djenné alleen vele malen kleiner. De mensen begroeten ons allemaal (je wordt wel hor en dol van het bonjour/ca va / ca va bien / merci als dit honderden keren per dag moet zeggen). Ook de kinderen krijgen het bedelen met de paplepel ingegoten. Ieder kind roept constant “Toubab, foto, l’argent”. Ook moeten we ons bij ieder dorp uiteraard even melden bij het dorpshoofd en daar moet een praatje gemaakt worden. Bij het vissersdorp moeten we van de paardenkar overstappen in een pirogue die ons naar de overkant vaart. Ook daar in het dorp zien we dezelfde taferelen. Bijzonder interessant en leuk om te zien. Na het vissersdorp slaat de zon en mijn allergie voor paarden toe. Ik heb overal jeuk en het ademhalen gaat ook niet best. Het laatste dorp wordt daarom overgeslagen en we worden teruggebracht naar ons hotel in Djenné. Even naar bed lijkt een prima oplossing. Als ik echter ruw wordt gewekt door hardnekkig kloppen op de deur sta ik op en doe de deur open. Ik zie het allemaal niet zo goed maar uiteindelijk zie ik dat de zoon van de Imam voor de deur staat. Hij wil dat we komen eten maar ik begrijp er geen snars van. Ik zeg hem dat we om 19 uur gaan eten en dan gaat hij weg. Mijn zicht is echter nog steeds troebel en ik begin mij een beetje zorgen te maken. Ik wek Ruud en die schrikt van hoe ik er uit zie. Er zit een soort hardnekkig slijmvlies over mijn ooglens en hij gaat op zoek naar een Pharmacie voor schoon water om mijn oog te kunnen spoelen. Ik ga terug mijn kamer in om in het donker mijn ogen wat rust te gunnen. Het programma van eind die middag gaat niet door wat onze Douro wel jammer vindt maar hij begrijpt het wel. Aan het begin van de avond, als ik mijn ogen heb gespoeld, begin ik al weer wat normaler te zien. Jammer van de stadsrondwandeling maar die kan morgenochtend ook nog. Dan komt opnieuw de zoon van de Imam opdagen. Ruud gebruikt mijn “ziek” zijn als excuus en zegt ook die afspraak af. Achetraf maar goed ook want volgens onze Douro is het niet verstandig om als Toubab bij een lokale familie te gaan eten. En dus gaan we weer eten bij Chez Baba. Die heeft intussen een extra gast. Een fransman is op reis vanaf Zuid Afrika naar Frankrijk in een grote landrover. We praten wat met hem en geven hem adviezen over de doorgang van Senegal, een van de grote pijnpunten op de route met betrekking tot de visa en de passervant voor de auto. Na het eten krijgen we de rekening van Baba en die blijkt ineens anderhalf keer zo hoog als gisteren. Nou ja, beter hier wat extra geld achterlaten dan aan de grens voor de overheid of een corrupte douanebeambte. De dagafsluiting is weer op het dakterras van ons hotel, luisterend naar de geluiden van de stad en het gebalk van de ezels in de straten.

27 januari
Na het ontbijt gaan we direct de stad in. Op maandag is er in Djenné een grote markt en die is enorm kleurrijk. Mensen komen van heinde en verre om hier hun waren te verkopen. We struinen langs de diverse geïmproviseerde kraampjes en zien hoe de handel van het vee gebeurt. Dat is overigens niet erg zachtzinnig want beesten worden geknepen, bevoeld en meegesleurd. De partij voor de dieren zou hier haar handen vol hebben. Een kar vol net geslacht vee komt voorbij en de poten van koeien en de koppen van geiten zien we voorbij komen. Doura regelt nog een blik op de markt vanaf een dakterras. Hierna halen we onze bagage op in het hotel en daar zit ook een dame die haar waren wil verkopen. Ze heeft twee porachtige hoeden van de Peul bij zich waarin ik wel geïnteresseerd ben. Met een startprijs van 25000 CFA en mijn beginprijs van 5000 CFA koemn we na lang onderhandelen uit op 8000 CFA en ben ik de trotse bezitter geworden van een prachtige herdershoed van de Peul. Die zal mooi staan als herinnering aan de muur van ons huis in Nederland. Dan is het elf uur en zou onze bus moeten vertrekken. Uiteindelijk gaan we pas om half één en worden we in een Mercedes bus gepropt. We hebben wel twee stoelen maar de ruimte is tot de laatste centimeter gevuld. De bus gaat uiteindelijk helemaal naar Bamako maar wij reizen tot Segou. Ik tel op een gegeven moment hoeveel mensen er in dit kleine busje zitten en kom tot de schokkende ontdekking dat inclusief kinderen op schoot er 38 personen mee worden vervoerd. Ook hebben we nog gezien dat er minimaal 6 zakken van 100 kilo op het dak werden getild naast de bagage van al deze mensen. Het is dan ook geen wonder dat deze bus aan alle kanten kraakt en piept. Na twee uur is een pauze en mogen we er eventjes uit. Tijdens die pauze wordt Ruud aangesproken door een verkoper die ook allerhande waren wil verkopen. Ruud ziet eigenlijk niets interessants maar kiest uiteindelijk voor een tas gemaakt van één geit, vernuftig dichtgenaaid. De startprijs is 15000 CFA maar Ruud begint met 1500 CFA. Uiteindelijk is de laatste prijs die hij biedt 3000 CFA (ongeveer 5,50 euro). Omdat de bus bijna weggaat kiest de verkoper eieren voor zijn geld en Ruud is een geitentas rijker. Als de toeter van de bus gaat gaan we weer verder. Er wordt nu helaas geen pauze meer gehouden en we zitten 4 uur opeengeklemd tussen allemaal mensen en spullen. We zijn echt heel blij als we Segou bereiken en regelen snel een taxi voor het laatste stukje naar het hotel. Een kamer is er nog en ook na enige onderhandeling ruim binnen ons budget en dan begint een relaxte tijd. Douchen, omkleden en naar de tuin van het hotel om een biertje en een maaltijd te nuttigen. Mannetjes hebben zich al weer gemeld en Ruud spreekt met eentje af om morgen een korte tour te doen in naburige dorpjes en voor een wandeling langs de koloniale huizen op één van de toegangswegen van Segou.

28 januari
Na het ontbijt staat ons mannetje al weer klaar. Hij heeft een taxi geregeld en neemt ons mee naar een naburig dorpje Ancien Segou om lemen hutten en de moskee te bekijken. In het dorpje staat ook een mooie, kleine moskee die alleen voor vrouwen is bedoeld. Onze gids vertelt ons dat deze moskee is gebouwd door dezelfde bouwer als de moskee van Djenné. Zijn moeder woonde in dit dorp en omdat hij wat terug wilde doen voor zijn moeder en haar dorp heeft hij deze vrouwenmoskee voor hen gebouwd. Verder lijkt het dorpje in alles op de vele andere dorpen die we hebben gezien. Aan de rivieroever staat nog een grote moskee. Alle muren van dit dorp zijn met rode gladde klei afgewerkt. Iets wat heel typerend is voor deze regio omdat het zand hier roder is. We zitten nog even op ons gemakje aan de rivier kant en genieten van het uitzicht. Later zet de taxi ons aan het begin van Segou af en we lopen langs de oude koloniale huizen die deze straat rijk is. Al hoewel de meeste huizen intussen in een vervallen staat zijn, zijn er een paar huizen erg mooi bijgehouden. In één daarvan woont de gouverneur. Een prachtige tuin die mooi is bijgehouden en het huis straalt zijn oude glorie nog uit. We eindigen bij de Esplanade waar we in het restaurant van ons hotel van ons eerdere bezoek aan Segou een broodje eten en een cola drinken. Het terras kijkt uit over de Fleuve Niger en het uitzicht is onbetaalbaar. We nemen hier ook afscheid van onze gids en gaan daarna terug naar ons eigen hotel om in alle rust die middag onder een palmboom het reisverslag bij te werken en wat te slapen en te lezen. Aan het einde van de middag kopen we nog wat kleine souvenirs, informeren bij het busstation naar de vertrektijden van de bus naar Bamako en gaan weer terug naar ons favoriete terras aan de rivier voor een biertje. Daar zitten we net zo lang totdat de zon als een prachtige rode bal ondergaat in de rivier. Een mooier einde van het daglicht kun je niet voorstellen. Als het echt helemaal donker is geworden gaan we terug naar onze kamer om ons om te kleden voor het diner. Ruud heeft eerder die middag contact gelegd met ene Peter, een medewerker van de Nederlandse ambassade in Bamako, die voor een vergadering in Segou moet zijn. Al snel komt de man het terras op en stelt zich aan mij voor en komt er even gezellig bij zitten. We praten even over zijn werkzaamheden hier waarna hij aanschuift bij een ander groepje op het terras om de vergadering van de ochtend er na voor te bereiden. Ruud wil gaan proberen om de man over te halen ons mee te nemen naar Bamako en bedenkt allerlei manieren om na het eten weer met hem in contact te komen. Al deze fratsen zijn niet nodig want aan het eind van zijn maaltijd komt hij nog even naar onze tafel toe en stelt voor dat we mee kunnen rijden naar Bamako als we de volgende dag om 13 uur klaar staan. Heel graag accepteren wij zijn aanbod en met een vriendelijk tot morgen nemen we afscheid. Wij bestellen nog een demi flesje wijn en genieten van de prachtige avond.

29 januari
Volledig in de relax stand ontbijten we weer in de tuin. Na het ontbijt even terug naar de kamer en dan gaan we nog wat kleine souvenirs kopen bij de stalletjes langs de weg. Bij een Touareg kopen we twee brievenopeners, bij een gehandicapte man kopen we een mooi doosje met Touareg tekens ingedrukt in het leer. Nog even heerlijk slenteren over de lokale markt om de uitgestalde waren te bekijken, proeven en ruiken en we strijken wederom neer op ons favoriete terras langs de Niger. Om half twaalf gaan we terug naar onze kamer om in te pakken en te wachten op onze lift. Dat zal waarschijnlijk een zeer plezierige terugreis worden en we verwachten eind van de middag weer terug te zijn bij de kathedraal in Bamako. Wellicht zien we onze Lada nog even met Malinees kenteken en we hebben de belofte van Mr Traore dat hij ons zal droppen op het vliegveld vanavond. Onze vlucht vertrekt om 02:00 uur naar Casablanca, daar wachten we zes uur om dan door te vliegen naar Amsterdam. Die beschrijving van het allerlaatste stuk reis zal ik dan ook vanaf thuis weer kunnen bijwerken. Voor nu in ieder geval bedankt voor jullie interesse en jullie reacties. Die waren erg leuk en hebben ons gesteund. Tot gauw vanuit Nederland voor de laatste episode.

  • 29 Januari 2014 - 13:28

    Joop:

    Oh wat jammer dat jullie reis bijna is afgelopen! Elke keer heb ik genoten van je mooie verhalen, net alsof ik er een beetje bij was.
    Goede vlucht en tot zaterdag, fijn om je weer te zien!

  • 29 Januari 2014 - 17:03

    Betty En Gerhard:

    Prachtige verhalen Dick, het leest als een trein. Enorm van genoten. Eigenlijk jammer, dat er nu een eind aan komt. Goeie thuisreis en happy landing voor jullie beiden. Tot ziens !

  • 29 Januari 2014 - 17:17

    Joanne:

    Missie volbracht, goed gedaan xx

  • 29 Januari 2014 - 22:19

    Paul Briet:

    Wat een pracht verslagen weer, ik heb gesmuld!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Dick

Actief sinds 12 Dec. 2013
Verslag gelezen: 671
Totaal aantal bezoekers 24937

Voorgaande reizen:

28 December 2013 - 30 Januari 2014

Leiden Bamako Challenge

Landen bezocht: